Conjugatie van het werkwoord window in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord window in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord window in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I window
  • you window
  • he|she|it windows
  • we window
  • you window
  • they window

Present Continuous

  • I am windowing
  • you are windowing
  • he|she|it is windowing
  • we are windowing
  • you are windowing
  • they are windowing

Present Perfect

  • I have windowed
  • you have windowed
  • he|she|it has windowed
  • we have windowed
  • you have windowed
  • they have windowed

Present Perfect Continuous

  • I have been windowing
  • you have been windowing
  • he|she|it has been windowing
  • we have been windowing
  • you have been windowing
  • they have been windowing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord window in de verleden tijd

Simple past

  • I windowed
  • you windowed
  • he|she|it windowed
  • we windowed
  • you windowed
  • they windowed

Past continuous

  • I was windowing
  • you were windowing
  • he|she|it was windowing
  • we were windowing
  • you were windowing
  • they were windowing

Past perfect

  • I had windowed
  • you had windowed
  • he|she|it had windowed
  • we had windowed
  • you had windowed
  • they had windowed

Past perfect continuous

  • I had been windowing
  • you had been windowing
  • he|she|it had been windowing
  • we had been windowing
  • you had been windowing
  • they had been windowing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord window in de toekomstige tijd

Future

  • I will window
  • you will window
  • he|she|it will window
  • we will window
  • you will window
  • they will window

Future continuous

  • I will be windowing
  • you will be windowing
  • he|she|it will be windowing
  • we will be windowing
  • you will be windowing
  • they will be windowing

Future perfect

  • I will have windowed
  • you will have windowed
  • he|she|it will have windowed
  • we will have windowed
  • you will have windowed
  • they will have windowed

Future perfect continuous

  • I will have been windowing
  • you will have been windowing
  • he|she|it will have been windowing
  • we will have been windowing
  • you will have been windowing
  • they will have been windowing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to window

Present participle

  • windowing

Past participle

  • windowed

Perfect Participle

  • having windowed

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to window

Imperative

  • window
  • let's window
  • window

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: dib goldbrick swathe telex ween wimple windmill windowshop winter