Conjugatie van het werkwoord hypothecate in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord hypothecate in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord hypothecate in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I hypothecate
  • you hypothecate
  • he|she|it hypothecates
  • we hypothecate
  • you hypothecate
  • they hypothecate

Present Continuous

  • I am hypothecating
  • you are hypothecating
  • he|she|it is hypothecating
  • we are hypothecating
  • you are hypothecating
  • they are hypothecating

Present Perfect

  • I have hypothecated
  • you have hypothecated
  • he|she|it has hypothecated
  • we have hypothecated
  • you have hypothecated
  • they have hypothecated

Present Perfect Continuous

  • I have been hypothecating
  • you have been hypothecating
  • he|she|it has been hypothecating
  • we have been hypothecating
  • you have been hypothecating
  • they have been hypothecating

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord hypothecate in de verleden tijd

Simple past

  • I hypothecated
  • you hypothecated
  • he|she|it hypothecated
  • we hypothecated
  • you hypothecated
  • they hypothecated

Past continuous

  • I was hypothecating
  • you were hypothecating
  • he|she|it was hypothecating
  • we were hypothecating
  • you were hypothecating
  • they were hypothecating

Past perfect

  • I had hypothecated
  • you had hypothecated
  • he|she|it had hypothecated
  • we had hypothecated
  • you had hypothecated
  • they had hypothecated

Past perfect continuous

  • I had been hypothecating
  • you had been hypothecating
  • he|she|it had been hypothecating
  • we had been hypothecating
  • you had been hypothecating
  • they had been hypothecating

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord hypothecate in de toekomstige tijd

Future

  • I will hypothecate
  • you will hypothecate
  • he|she|it will hypothecate
  • we will hypothecate
  • you will hypothecate
  • they will hypothecate

Future continuous

  • I will be hypothecating
  • you will be hypothecating
  • he|she|it will be hypothecating
  • we will be hypothecating
  • you will be hypothecating
  • they will be hypothecating

Future perfect

  • I will have hypothecated
  • you will have hypothecated
  • he|she|it will have hypothecated
  • we will have hypothecated
  • you will have hypothecated
  • they will have hypothecated

Future perfect continuous

  • I will have been hypothecating
  • you will have been hypothecating
  • he|she|it will have been hypothecating
  • we will have been hypothecating
  • you will have been hypothecating
  • they will have been hypothecating

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to hypothecate

Present participle

  • hypothecating

Past participle

  • hypothecated

Perfect Participle

  • having hypothecated

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to hypothecate

Imperative

  • hypothecate
  • let's hypothecate
  • hypothecate

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: extirpate filibuster hoodwink hyperventilate hypostatize hypothesise identify inspect magic overreact soap wallow