Conjugatie van het werkwoord embrace in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord embrace in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord embrace in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I embrace
  • you embrace
  • he|she|it embraces
  • we embrace
  • you embrace
  • they embrace

Present Continuous

  • I am embracing
  • you are embracing
  • he|she|it is embracing
  • we are embracing
  • you are embracing
  • they are embracing

Present Perfect

  • I have embraced
  • you have embraced
  • he|she|it has embraced
  • we have embraced
  • you have embraced
  • they have embraced

Present Perfect Continuous

  • I have been embracing
  • you have been embracing
  • he|she|it has been embracing
  • we have been embracing
  • you have been embracing
  • they have been embracing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord embrace in de verleden tijd

Simple past

  • I embraced
  • you embraced
  • he|she|it embraced
  • we embraced
  • you embraced
  • they embraced

Past continuous

  • I was embracing
  • you were embracing
  • he|she|it was embracing
  • we were embracing
  • you were embracing
  • they were embracing

Past perfect

  • I had embraced
  • you had embraced
  • he|she|it had embraced
  • we had embraced
  • you had embraced
  • they had embraced

Past perfect continuous

  • I had been embracing
  • you had been embracing
  • he|she|it had been embracing
  • we had been embracing
  • you had been embracing
  • they had been embracing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord embrace in de toekomstige tijd

Future

  • I will embrace
  • you will embrace
  • he|she|it will embrace
  • we will embrace
  • you will embrace
  • they will embrace

Future continuous

  • I will be embracing
  • you will be embracing
  • he|she|it will be embracing
  • we will be embracing
  • you will be embracing
  • they will be embracing

Future perfect

  • I will have embraced
  • you will have embraced
  • he|she|it will have embraced
  • we will have embraced
  • you will have embraced
  • they will have embraced

Future perfect continuous

  • I will have been embracing
  • you will have been embracing
  • he|she|it will have been embracing
  • we will have been embracing
  • you will have been embracing
  • they will have been embracing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to embrace

Present participle

  • embracing

Past participle

  • embraced

Perfect Participle

  • having embraced

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to embrace

Imperative

  • embrace
  • let's embrace
  • embrace

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: cream dandify eat embody embower embrangle emit eventuate fustigate infect quadruple spare