Conjugatie van het werkwoord dread in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord dread in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord dread in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I dread
  • you dread
  • he|she|it dreads
  • we dread
  • you dread
  • they dread

Present Continuous

  • I am dreading
  • you are dreading
  • he|she|it is dreading
  • we are dreading
  • you are dreading
  • they are dreading

Present Perfect

  • I have dreaded
  • you have dreaded
  • he|she|it has dreaded
  • we have dreaded
  • you have dreaded
  • they have dreaded

Present Perfect Continuous

  • I have been dreading
  • you have been dreading
  • he|she|it has been dreading
  • we have been dreading
  • you have been dreading
  • they have been dreading

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord dread in de verleden tijd

Simple past

  • I dreaded
  • you dreaded
  • he|she|it dreaded
  • we dreaded
  • you dreaded
  • they dreaded

Past continuous

  • I was dreading
  • you were dreading
  • he|she|it was dreading
  • we were dreading
  • you were dreading
  • they were dreading

Past perfect

  • I had dreaded
  • you had dreaded
  • he|she|it had dreaded
  • we had dreaded
  • you had dreaded
  • they had dreaded

Past perfect continuous

  • I had been dreading
  • you had been dreading
  • he|she|it had been dreading
  • we had been dreading
  • you had been dreading
  • they had been dreading

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord dread in de toekomstige tijd

Future

  • I will dread
  • you will dread
  • he|she|it will dread
  • we will dread
  • you will dread
  • they will dread

Future continuous

  • I will be dreading
  • you will be dreading
  • he|she|it will be dreading
  • we will be dreading
  • you will be dreading
  • they will be dreading

Future perfect

  • I will have dreaded
  • you will have dreaded
  • he|she|it will have dreaded
  • we will have dreaded
  • you will have dreaded
  • they will have dreaded

Future perfect continuous

  • I will have been dreading
  • you will have been dreading
  • he|she|it will have been dreading
  • we will have been dreading
  • you will have been dreading
  • they will have been dreading

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to dread

Present participle

  • dreading

Past participle

  • dreaded

Perfect Participle

  • having dreaded

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to dread

Imperative

  • dread
  • let's dread
  • dread

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: content crash dodder dramatise drawl dream drip enface force-land hypothecate prig slope