Conjugatie van het werkwoord trial in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord trial in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord trial in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I trial
  • you trial
  • he|she|it trials
  • we trial
  • you trial
  • they trial

Present Continuous

  • I am trialling/trialing
  • you are trialling/trialing
  • he|she|it is trialling/trialing
  • we are trialling/trialing
  • you are trialling/trialing
  • they are trialling/trialing

Present Perfect

  • I have trialled/trialed
  • you have trialled/trialed
  • he|she|it has trialled/trialed
  • we have trialled/trialed
  • you have trialled/trialed
  • they have trialled/trialed

Present Perfect Continuous

  • I have been trialling/trialing
  • you have been trialling/trialing
  • he|she|it has been trialling/trialing
  • we have been trialling/trialing
  • you have been trialling/trialing
  • they have been trialling/trialing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord trial in de verleden tijd

Simple past

  • I trialled/trialed
  • you trialled/trialed
  • he|she|it trialled/trialed
  • we trialled/trialed
  • you trialled/trialed
  • they trialled/trialed

Past continuous

  • I was trialling/trialing
  • you were trialling/trialing
  • he|she|it was trialling/trialing
  • we were trialling/trialing
  • you were trialling/trialing
  • they were trialling/trialing

Past perfect

  • I had trialled/trialed
  • you had trialled/trialed
  • he|she|it had trialled/trialed
  • we had trialled/trialed
  • you had trialled/trialed
  • they had trialled/trialed

Past perfect continuous

  • I had been trialling/trialing
  • you had been trialling/trialing
  • he|she|it had been trialling/trialing
  • we had been trialling/trialing
  • you had been trialling/trialing
  • they had been trialling/trialing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord trial in de toekomstige tijd

Future

  • I will trial
  • you will trial
  • he|she|it will trial
  • we will trial
  • you will trial
  • they will trial

Future continuous

  • I will be trialling/trialing
  • you will be trialling/trialing
  • he|she|it will be trialling/trialing
  • we will be trialling/trialing
  • you will be trialling/trialing
  • they will be trialling/trialing

Future perfect

  • I will have trialled/trialed
  • you will have trialled/trialed
  • he|she|it will have trialled/trialed
  • we will have trialled/trialed
  • you will have trialled/trialed
  • they will have trialled/trialed

Future perfect continuous

  • I will have been trialling/trialing
  • you will have been trialling/trialing
  • he|she|it will have been trialling/trialing
  • we will have been trialling/trialing
  • you will have been trialling/trialing
  • they will have been trialling/trialing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to trial

Present participle

  • trialling/trialing

Past participle

  • trialled/trialed

Perfect Participle

  • having trialled/trialed

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to trial

Imperative

  • trial
  • let's trial
  • trial

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: coproduce extemporize slay solve touch-type trellis trespass triangulate trill unlash