Conjugatie van het werkwoord ticket in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord ticket in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord ticket in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I ticket
  • you ticket
  • he|she|it tickets
  • we ticket
  • you ticket
  • they ticket

Present Continuous

  • I am ticketing
  • you are ticketing
  • he|she|it is ticketing
  • we are ticketing
  • you are ticketing
  • they are ticketing

Present Perfect

  • I have ticketed
  • you have ticketed
  • he|she|it has ticketed
  • we have ticketed
  • you have ticketed
  • they have ticketed

Present Perfect Continuous

  • I have been ticketing
  • you have been ticketing
  • he|she|it has been ticketing
  • we have been ticketing
  • you have been ticketing
  • they have been ticketing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord ticket in de verleden tijd

Simple past

  • I ticketed
  • you ticketed
  • he|she|it ticketed
  • we ticketed
  • you ticketed
  • they ticketed

Past continuous

  • I was ticketing
  • you were ticketing
  • he|she|it was ticketing
  • we were ticketing
  • you were ticketing
  • they were ticketing

Past perfect

  • I had ticketed
  • you had ticketed
  • he|she|it had ticketed
  • we had ticketed
  • you had ticketed
  • they had ticketed

Past perfect continuous

  • I had been ticketing
  • you had been ticketing
  • he|she|it had been ticketing
  • we had been ticketing
  • you had been ticketing
  • they had been ticketing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord ticket in de toekomstige tijd

Future

  • I will ticket
  • you will ticket
  • he|she|it will ticket
  • we will ticket
  • you will ticket
  • they will ticket

Future continuous

  • I will be ticketing
  • you will be ticketing
  • he|she|it will be ticketing
  • we will be ticketing
  • you will be ticketing
  • they will be ticketing

Future perfect

  • I will have ticketed
  • you will have ticketed
  • he|she|it will have ticketed
  • we will have ticketed
  • you will have ticketed
  • they will have ticketed

Future perfect continuous

  • I will have been ticketing
  • you will have been ticketing
  • he|she|it will have been ticketing
  • we will have been ticketing
  • you will have been ticketing
  • they will have been ticketing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to ticket

Present participle

  • ticketing

Past participle

  • ticketed

Perfect Participle

  • having ticketed

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to ticket

Imperative

  • ticket
  • let's ticket
  • ticket

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: compartmentalize entwine short-sheet slab telescope thumb tick tickle tighten trust whittle