Conjugatie van het werkwoord sicken in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord sicken in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord sicken in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I sicken
  • you sicken
  • he|she|it sickens
  • we sicken
  • you sicken
  • they sicken

Present Continuous

  • I am sickening
  • you are sickening
  • he|she|it is sickening
  • we are sickening
  • you are sickening
  • they are sickening

Present Perfect

  • I have sickened
  • you have sickened
  • he|she|it has sickened
  • we have sickened
  • you have sickened
  • they have sickened

Present Perfect Continuous

  • I have been sickening
  • you have been sickening
  • he|she|it has been sickening
  • we have been sickening
  • you have been sickening
  • they have been sickening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord sicken in de verleden tijd

Simple past

  • I sickened
  • you sickened
  • he|she|it sickened
  • we sickened
  • you sickened
  • they sickened

Past continuous

  • I was sickening
  • you were sickening
  • he|she|it was sickening
  • we were sickening
  • you were sickening
  • they were sickening

Past perfect

  • I had sickened
  • you had sickened
  • he|she|it had sickened
  • we had sickened
  • you had sickened
  • they had sickened

Past perfect continuous

  • I had been sickening
  • you had been sickening
  • he|she|it had been sickening
  • we had been sickening
  • you had been sickening
  • they had been sickening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord sicken in de toekomstige tijd

Future

  • I will sicken
  • you will sicken
  • he|she|it will sicken
  • we will sicken
  • you will sicken
  • they will sicken

Future continuous

  • I will be sickening
  • you will be sickening
  • he|she|it will be sickening
  • we will be sickening
  • you will be sickening
  • they will be sickening

Future perfect

  • I will have sickened
  • you will have sickened
  • he|she|it will have sickened
  • we will have sickened
  • you will have sickened
  • they will have sickened

Future perfect continuous

  • I will have been sickening
  • you will have been sickening
  • he|she|it will have been sickening
  • we will have been sickening
  • you will have been sickening
  • they will have been sickening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to sicken

Present participle

  • sickening

Past participle

  • sickened

Perfect Participle

  • having sickened

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to sicken

Imperative

  • sicken
  • let's sicken
  • sicken

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: bare debauch randomize recompense sheet shut sick side sidle snoop swim usher