Conjugatie van het werkwoord romanize in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord romanize in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord romanize in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I romanize
  • you romanize
  • he|she|it romanizes
  • we romanize
  • you romanize
  • they romanize

Present Continuous

  • I am romanizing
  • you are romanizing
  • he|she|it is romanizing
  • we are romanizing
  • you are romanizing
  • they are romanizing

Present Perfect

  • I have romanized
  • you have romanized
  • he|she|it has romanized
  • we have romanized
  • you have romanized
  • they have romanized

Present Perfect Continuous

  • I have been romanizing
  • you have been romanizing
  • he|she|it has been romanizing
  • we have been romanizing
  • you have been romanizing
  • they have been romanizing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord romanize in de verleden tijd

Simple past

  • I romanized
  • you romanized
  • he|she|it romanized
  • we romanized
  • you romanized
  • they romanized

Past continuous

  • I was romanizing
  • you were romanizing
  • he|she|it was romanizing
  • we were romanizing
  • you were romanizing
  • they were romanizing

Past perfect

  • I had romanized
  • you had romanized
  • he|she|it had romanized
  • we had romanized
  • you had romanized
  • they had romanized

Past perfect continuous

  • I had been romanizing
  • you had been romanizing
  • he|she|it had been romanizing
  • we had been romanizing
  • you had been romanizing
  • they had been romanizing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord romanize in de toekomstige tijd

Future

  • I will romanize
  • you will romanize
  • he|she|it will romanize
  • we will romanize
  • you will romanize
  • they will romanize

Future continuous

  • I will be romanizing
  • you will be romanizing
  • he|she|it will be romanizing
  • we will be romanizing
  • you will be romanizing
  • they will be romanizing

Future perfect

  • I will have romanized
  • you will have romanized
  • he|she|it will have romanized
  • we will have romanized
  • you will have romanized
  • they will have romanized

Future perfect continuous

  • I will have been romanizing
  • you will have been romanizing
  • he|she|it will have been romanizing
  • we will have been romanizing
  • you will have been romanizing
  • they will have been romanizing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to romanize

Present participle

  • romanizing

Past participle

  • romanized

Perfect Participle

  • having romanized

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to romanize

Imperative

  • romanize
  • let's romanize
  • romanize

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: ace concave pod prejudice revest role-play romance romanticise root scuff spit-roast total