Conjugatie van het werkwoord resist in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord resist in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord resist in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I resist
  • you resist
  • he|she|it resists
  • we resist
  • you resist
  • they resist

Present Continuous

  • I am resisting
  • you are resisting
  • he|she|it is resisting
  • we are resisting
  • you are resisting
  • they are resisting

Present Perfect

  • I have resisted
  • you have resisted
  • he|she|it has resisted
  • we have resisted
  • you have resisted
  • they have resisted

Present Perfect Continuous

  • I have been resisting
  • you have been resisting
  • he|she|it has been resisting
  • we have been resisting
  • you have been resisting
  • they have been resisting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord resist in de verleden tijd

Simple past

  • I resisted
  • you resisted
  • he|she|it resisted
  • we resisted
  • you resisted
  • they resisted

Past continuous

  • I was resisting
  • you were resisting
  • he|she|it was resisting
  • we were resisting
  • you were resisting
  • they were resisting

Past perfect

  • I had resisted
  • you had resisted
  • he|she|it had resisted
  • we had resisted
  • you had resisted
  • they had resisted

Past perfect continuous

  • I had been resisting
  • you had been resisting
  • he|she|it had been resisting
  • we had been resisting
  • you had been resisting
  • they had been resisting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord resist in de toekomstige tijd

Future

  • I will resist
  • you will resist
  • he|she|it will resist
  • we will resist
  • you will resist
  • they will resist

Future continuous

  • I will be resisting
  • you will be resisting
  • he|she|it will be resisting
  • we will be resisting
  • you will be resisting
  • they will be resisting

Future perfect

  • I will have resisted
  • you will have resisted
  • he|she|it will have resisted
  • we will have resisted
  • you will have resisted
  • they will have resisted

Future perfect continuous

  • I will have been resisting
  • you will have been resisting
  • he|she|it will have been resisting
  • we will have been resisting
  • you will have been resisting
  • they will have been resisting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to resist

Present participle

  • resisting

Past participle

  • resisted

Perfect Participle

  • having resisted

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to resist

Imperative

  • resist
  • let's resist
  • resist

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: cling persecute pleasure renegotiate reshape resinate resit resource ruin smite teleport