Conjugatie van het werkwoord rejoice in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord rejoice in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord rejoice in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I rejoice
  • you rejoice
  • he|she|it rejoices
  • we rejoice
  • you rejoice
  • they rejoice

Present Continuous

  • I am rejoicing
  • you are rejoicing
  • he|she|it is rejoicing
  • we are rejoicing
  • you are rejoicing
  • they are rejoicing

Present Perfect

  • I have rejoiced
  • you have rejoiced
  • he|she|it has rejoiced
  • we have rejoiced
  • you have rejoiced
  • they have rejoiced

Present Perfect Continuous

  • I have been rejoicing
  • you have been rejoicing
  • he|she|it has been rejoicing
  • we have been rejoicing
  • you have been rejoicing
  • they have been rejoicing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord rejoice in de verleden tijd

Simple past

  • I rejoiced
  • you rejoiced
  • he|she|it rejoiced
  • we rejoiced
  • you rejoiced
  • they rejoiced

Past continuous

  • I was rejoicing
  • you were rejoicing
  • he|she|it was rejoicing
  • we were rejoicing
  • you were rejoicing
  • they were rejoicing

Past perfect

  • I had rejoiced
  • you had rejoiced
  • he|she|it had rejoiced
  • we had rejoiced
  • you had rejoiced
  • they had rejoiced

Past perfect continuous

  • I had been rejoicing
  • you had been rejoicing
  • he|she|it had been rejoicing
  • we had been rejoicing
  • you had been rejoicing
  • they had been rejoicing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord rejoice in de toekomstige tijd

Future

  • I will rejoice
  • you will rejoice
  • he|she|it will rejoice
  • we will rejoice
  • you will rejoice
  • they will rejoice

Future continuous

  • I will be rejoicing
  • you will be rejoicing
  • he|she|it will be rejoicing
  • we will be rejoicing
  • you will be rejoicing
  • they will be rejoicing

Future perfect

  • I will have rejoiced
  • you will have rejoiced
  • he|she|it will have rejoiced
  • we will have rejoiced
  • you will have rejoiced
  • they will have rejoiced

Future perfect continuous

  • I will have been rejoicing
  • you will have been rejoicing
  • he|she|it will have been rejoicing
  • we will have been rejoicing
  • you will have been rejoicing
  • they will have been rejoicing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to rejoice

Present participle

  • rejoicing

Past participle

  • rejoiced

Perfect Participle

  • having rejoiced

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to rejoice

Imperative

  • rejoice
  • let's rejoice
  • rejoice

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: charcoal pall perpetrate reelect reinvest rejig rejoin relay revel silver swamp