Conjugatie van het werkwoord reflect in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord reflect in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord reflect in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I reflect
  • you reflect
  • he|she|it reflects
  • we reflect
  • you reflect
  • they reflect

Present Continuous

  • I am reflecting
  • you are reflecting
  • he|she|it is reflecting
  • we are reflecting
  • you are reflecting
  • they are reflecting

Present Perfect

  • I have reflected
  • you have reflected
  • he|she|it has reflected
  • we have reflected
  • you have reflected
  • they have reflected

Present Perfect Continuous

  • I have been reflecting
  • you have been reflecting
  • he|she|it has been reflecting
  • we have been reflecting
  • you have been reflecting
  • they have been reflecting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord reflect in de verleden tijd

Simple past

  • I reflected
  • you reflected
  • he|she|it reflected
  • we reflected
  • you reflected
  • they reflected

Past continuous

  • I was reflecting
  • you were reflecting
  • he|she|it was reflecting
  • we were reflecting
  • you were reflecting
  • they were reflecting

Past perfect

  • I had reflected
  • you had reflected
  • he|she|it had reflected
  • we had reflected
  • you had reflected
  • they had reflected

Past perfect continuous

  • I had been reflecting
  • you had been reflecting
  • he|she|it had been reflecting
  • we had been reflecting
  • you had been reflecting
  • they had been reflecting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord reflect in de toekomstige tijd

Future

  • I will reflect
  • you will reflect
  • he|she|it will reflect
  • we will reflect
  • you will reflect
  • they will reflect

Future continuous

  • I will be reflecting
  • you will be reflecting
  • he|she|it will be reflecting
  • we will be reflecting
  • you will be reflecting
  • they will be reflecting

Future perfect

  • I will have reflected
  • you will have reflected
  • he|she|it will have reflected
  • we will have reflected
  • you will have reflected
  • they will have reflected

Future perfect continuous

  • I will have been reflecting
  • you will have been reflecting
  • he|she|it will have been reflecting
  • we will have been reflecting
  • you will have been reflecting
  • they will have been reflecting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to reflect

Present participle

  • reflecting

Past participle

  • reflected

Perfect Participle

  • having reflected

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to reflect

Imperative

  • reflect
  • let's reflect
  • reflect

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: caucus overstaff pavilion recoil reference reflate refloat refrain respawn showboat sup