Conjugatie van het werkwoord reassure in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord reassure in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord reassure in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I reassure
  • you reassure
  • he|she|it reassures
  • we reassure
  • you reassure
  • they reassure

Present Continuous

  • I am reassuring
  • you are reassuring
  • he|she|it is reassuring
  • we are reassuring
  • you are reassuring
  • they are reassuring

Present Perfect

  • I have reassured
  • you have reassured
  • he|she|it has reassured
  • we have reassured
  • you have reassured
  • they have reassured

Present Perfect Continuous

  • I have been reassuring
  • you have been reassuring
  • he|she|it has been reassuring
  • we have been reassuring
  • you have been reassuring
  • they have been reassuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord reassure in de verleden tijd

Simple past

  • I reassured
  • you reassured
  • he|she|it reassured
  • we reassured
  • you reassured
  • they reassured

Past continuous

  • I was reassuring
  • you were reassuring
  • he|she|it was reassuring
  • we were reassuring
  • you were reassuring
  • they were reassuring

Past perfect

  • I had reassured
  • you had reassured
  • he|she|it had reassured
  • we had reassured
  • you had reassured
  • they had reassured

Past perfect continuous

  • I had been reassuring
  • you had been reassuring
  • he|she|it had been reassuring
  • we had been reassuring
  • you had been reassuring
  • they had been reassuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord reassure in de toekomstige tijd

Future

  • I will reassure
  • you will reassure
  • he|she|it will reassure
  • we will reassure
  • you will reassure
  • they will reassure

Future continuous

  • I will be reassuring
  • you will be reassuring
  • he|she|it will be reassuring
  • we will be reassuring
  • you will be reassuring
  • they will be reassuring

Future perfect

  • I will have reassured
  • you will have reassured
  • he|she|it will have reassured
  • we will have reassured
  • you will have reassured
  • they will have reassured

Future perfect continuous

  • I will have been reassuring
  • you will have been reassuring
  • he|she|it will have been reassuring
  • we will have been reassuring
  • you will have been reassuring
  • they will have been reassuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to reassure

Present participle

  • reassuring

Past participle

  • reassured

Perfect Participle

  • having reassured

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to reassure

Imperative

  • reassure
  • let's reassure
  • reassure

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: calcify outrage overtop rash rearm reassign reave rebuild remarry sell strew