Conjugatie van het werkwoord project in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord project in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord project in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I project
  • you project
  • he|she|it projects
  • we project
  • you project
  • they project

Present Continuous

  • I am projecting
  • you are projecting
  • he|she|it is projecting
  • we are projecting
  • you are projecting
  • they are projecting

Present Perfect

  • I have projected
  • you have projected
  • he|she|it has projected
  • we have projected
  • you have projected
  • they have projected

Present Perfect Continuous

  • I have been projecting
  • you have been projecting
  • he|she|it has been projecting
  • we have been projecting
  • you have been projecting
  • they have been projecting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord project in de verleden tijd

Simple past

  • I projected
  • you projected
  • he|she|it projected
  • we projected
  • you projected
  • they projected

Past continuous

  • I was projecting
  • you were projecting
  • he|she|it was projecting
  • we were projecting
  • you were projecting
  • they were projecting

Past perfect

  • I had projected
  • you had projected
  • he|she|it had projected
  • we had projected
  • you had projected
  • they had projected

Past perfect continuous

  • I had been projecting
  • you had been projecting
  • he|she|it had been projecting
  • we had been projecting
  • you had been projecting
  • they had been projecting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord project in de toekomstige tijd

Future

  • I will project
  • you will project
  • he|she|it will project
  • we will project
  • you will project
  • they will project

Future continuous

  • I will be projecting
  • you will be projecting
  • he|she|it will be projecting
  • we will be projecting
  • you will be projecting
  • they will be projecting

Future perfect

  • I will have projected
  • you will have projected
  • he|she|it will have projected
  • we will have projected
  • you will have projected
  • they will have projected

Future perfect continuous

  • I will have been projecting
  • you will have been projecting
  • he|she|it will have been projecting
  • we will have been projecting
  • you will have been projecting
  • they will have been projecting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to project

Present participle

  • projecting

Past participle

  • projected

Perfect Participle

  • having projected

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to project

Imperative

  • project
  • let's project
  • project

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: bleed motive notarize preoccupy prog prohibit prolapse pronate rave roast soot