Conjugatie van het werkwoord point in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord point in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord point in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I point
  • you point
  • he|she|it points
  • we point
  • you point
  • they point

Present Continuous

  • I am pointing
  • you are pointing
  • he|she|it is pointing
  • we are pointing
  • you are pointing
  • they are pointing

Present Perfect

  • I have pointed
  • you have pointed
  • he|she|it has pointed
  • we have pointed
  • you have pointed
  • they have pointed

Present Perfect Continuous

  • I have been pointing
  • you have been pointing
  • he|she|it has been pointing
  • we have been pointing
  • you have been pointing
  • they have been pointing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord point in de verleden tijd

Simple past

  • I pointed
  • you pointed
  • he|she|it pointed
  • we pointed
  • you pointed
  • they pointed

Past continuous

  • I was pointing
  • you were pointing
  • he|she|it was pointing
  • we were pointing
  • you were pointing
  • they were pointing

Past perfect

  • I had pointed
  • you had pointed
  • he|she|it had pointed
  • we had pointed
  • you had pointed
  • they had pointed

Past perfect continuous

  • I had been pointing
  • you had been pointing
  • he|she|it had been pointing
  • we had been pointing
  • you had been pointing
  • they had been pointing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord point in de toekomstige tijd

Future

  • I will point
  • you will point
  • he|she|it will point
  • we will point
  • you will point
  • they will point

Future continuous

  • I will be pointing
  • you will be pointing
  • he|she|it will be pointing
  • we will be pointing
  • you will be pointing
  • they will be pointing

Future perfect

  • I will have pointed
  • you will have pointed
  • he|she|it will have pointed
  • we will have pointed
  • you will have pointed
  • they will have pointed

Future perfect continuous

  • I will have been pointing
  • you will have been pointing
  • he|she|it will have been pointing
  • we will have been pointing
  • you will have been pointing
  • they will have been pointing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to point

Present participle

  • pointing

Past participle

  • pointed

Perfect Participle

  • having pointed

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to point

Imperative

  • point
  • let's point
  • point

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: bank mean misname pinprick poach poind poise police profess reoffend singe