Conjugatie van het werkwoord nuzzle in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord nuzzle in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord nuzzle in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I nuzzle
  • you nuzzle
  • he|she|it nuzzles
  • we nuzzle
  • you nuzzle
  • they nuzzle

Present Continuous

  • I am nuzzling
  • you are nuzzling
  • he|she|it is nuzzling
  • we are nuzzling
  • you are nuzzling
  • they are nuzzling

Present Perfect

  • I have nuzzled
  • you have nuzzled
  • he|she|it has nuzzled
  • we have nuzzled
  • you have nuzzled
  • they have nuzzled

Present Perfect Continuous

  • I have been nuzzling
  • you have been nuzzling
  • he|she|it has been nuzzling
  • we have been nuzzling
  • you have been nuzzling
  • they have been nuzzling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord nuzzle in de verleden tijd

Simple past

  • I nuzzled
  • you nuzzled
  • he|she|it nuzzled
  • we nuzzled
  • you nuzzled
  • they nuzzled

Past continuous

  • I was nuzzling
  • you were nuzzling
  • he|she|it was nuzzling
  • we were nuzzling
  • you were nuzzling
  • they were nuzzling

Past perfect

  • I had nuzzled
  • you had nuzzled
  • he|she|it had nuzzled
  • we had nuzzled
  • you had nuzzled
  • they had nuzzled

Past perfect continuous

  • I had been nuzzling
  • you had been nuzzling
  • he|she|it had been nuzzling
  • we had been nuzzling
  • you had been nuzzling
  • they had been nuzzling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord nuzzle in de toekomstige tijd

Future

  • I will nuzzle
  • you will nuzzle
  • he|she|it will nuzzle
  • we will nuzzle
  • you will nuzzle
  • they will nuzzle

Future continuous

  • I will be nuzzling
  • you will be nuzzling
  • he|she|it will be nuzzling
  • we will be nuzzling
  • you will be nuzzling
  • they will be nuzzling

Future perfect

  • I will have nuzzled
  • you will have nuzzled
  • he|she|it will have nuzzled
  • we will have nuzzled
  • you will have nuzzled
  • they will have nuzzled

Future perfect continuous

  • I will have been nuzzling
  • you will have been nuzzling
  • he|she|it will have been nuzzling
  • we will have been nuzzling
  • you will have been nuzzling
  • they will have been nuzzling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to nuzzle

Present participle

  • nuzzling

Past participle

  • nuzzled

Perfect Participle

  • having nuzzled

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to nuzzle

Imperative

  • nuzzle
  • let's nuzzle
  • nuzzle

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: instantmessage issue narrate nullify nut oar oblique overlap prelect reskill uptilt