Conjugatie van het werkwoord normalise in het Engels in alle tijden
Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord normalise in het Engels.
Conjugatie van het werkwoord normalise in de tegenwoordige tijd
Present Tense
- I normalise
- you normalise
- he|she|it normalises
- we normalise
- you normalise
- they normalise
Present Continuous
- I am normalising
- you are normalising
- he|she|it is normalising
- we are normalising
- you are normalising
- they are normalising
Present Perfect
- I have normalised
- you have normalised
- he|she|it has normalised
- we have normalised
- you have normalised
- they have normalised
Present Perfect Continuous
- I have been normalising
- you have been normalising
- he|she|it has been normalising
- we have been normalising
- you have been normalising
- they have been normalising
Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.
Conjugatie van het werkwoord normalise in de verleden tijd
Simple past
- I normalised
- you normalised
- he|she|it normalised
- we normalised
- you normalised
- they normalised
Past continuous
- I was normalising
- you were normalising
- he|she|it was normalising
- we were normalising
- you were normalising
- they were normalising
Past perfect
- I had normalised
- you had normalised
- he|she|it had normalised
- we had normalised
- you had normalised
- they had normalised
Past perfect continuous
- I had been normalising
- you had been normalising
- he|she|it had been normalising
- we had been normalising
- you had been normalising
- they had been normalising
Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.
Conjugatie van het werkwoord normalise in de toekomstige tijd
Future
- I will normalise
- you will normalise
- he|she|it will normalise
- we will normalise
- you will normalise
- they will normalise
Future continuous
- I will be normalising
- you will be normalising
- he|she|it will be normalising
- we will be normalising
- you will be normalising
- they will be normalising
Future perfect
- I will have normalised
- you will have normalised
- he|she|it will have normalised
- we will have normalised
- you will have normalised
- they will have normalised
Future perfect continuous
- I will have been normalising
- you will have been normalising
- he|she|it will have been normalising
- we will have been normalising
- you will have been normalising
- they will have been normalising
Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.
De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to normalise
De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to normalise
Imperative
- normalise
- let's normalise
- normalise
Vervoeg een ander werkwoord in het Engels
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: inoculate
invigorate
muster
noddle
nonsuit
normalize
note
overeat
precondition
rerelease
uphold