Conjugatie van het werkwoord network in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord network in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord network in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I network
  • you network
  • he|she|it networks
  • we network
  • you network
  • they network

Present Continuous

  • I am networking
  • you are networking
  • he|she|it is networking
  • we are networking
  • you are networking
  • they are networking

Present Perfect

  • I have networked
  • you have networked
  • he|she|it has networked
  • we have networked
  • you have networked
  • they have networked

Present Perfect Continuous

  • I have been networking
  • you have been networking
  • he|she|it has been networking
  • we have been networking
  • you have been networking
  • they have been networking

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord network in de verleden tijd

Simple past

  • I networked
  • you networked
  • he|she|it networked
  • we networked
  • you networked
  • they networked

Past continuous

  • I was networking
  • you were networking
  • he|she|it was networking
  • we were networking
  • you were networking
  • they were networking

Past perfect

  • I had networked
  • you had networked
  • he|she|it had networked
  • we had networked
  • you had networked
  • they had networked

Past perfect continuous

  • I had been networking
  • you had been networking
  • he|she|it had been networking
  • we had been networking
  • you had been networking
  • they had been networking

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord network in de toekomstige tijd

Future

  • I will network
  • you will network
  • he|she|it will network
  • we will network
  • you will network
  • they will network

Future continuous

  • I will be networking
  • you will be networking
  • he|she|it will be networking
  • we will be networking
  • you will be networking
  • they will be networking

Future perfect

  • I will have networked
  • you will have networked
  • he|she|it will have networked
  • we will have networked
  • you will have networked
  • they will have networked

Future perfect continuous

  • I will have been networking
  • you will have been networking
  • he|she|it will have been networking
  • we will have been networking
  • you will have been networking
  • they will have been networking

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to network

Present participle

  • networking

Past participle

  • networked

Perfect Participle

  • having networked

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to network

Imperative

  • network
  • let's network
  • network

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: ingenerate intrigue mud neighbour nettle neuter nid-nod overachieve practise reposit unthink