Conjugatie van het werkwoord nazify in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord nazify in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord nazify in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I nazify
  • you nazify
  • he|she|it nazifies
  • we nazify
  • you nazify
  • they nazify

Present Continuous

  • I am nazifying
  • you are nazifying
  • he|she|it is nazifying
  • we are nazifying
  • you are nazifying
  • they are nazifying

Present Perfect

  • I have nazified
  • you have nazified
  • he|she|it has nazified
  • we have nazified
  • you have nazified
  • they have nazified

Present Perfect Continuous

  • I have been nazifying
  • you have been nazifying
  • he|she|it has been nazifying
  • we have been nazifying
  • you have been nazifying
  • they have been nazifying

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord nazify in de verleden tijd

Simple past

  • I nazified
  • you nazified
  • he|she|it nazified
  • we nazified
  • you nazified
  • they nazified

Past continuous

  • I was nazifying
  • you were nazifying
  • he|she|it was nazifying
  • we were nazifying
  • you were nazifying
  • they were nazifying

Past perfect

  • I had nazified
  • you had nazified
  • he|she|it had nazified
  • we had nazified
  • you had nazified
  • they had nazified

Past perfect continuous

  • I had been nazifying
  • you had been nazifying
  • he|she|it had been nazifying
  • we had been nazifying
  • you had been nazifying
  • they had been nazifying

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord nazify in de toekomstige tijd

Future

  • I will nazify
  • you will nazify
  • he|she|it will nazify
  • we will nazify
  • you will nazify
  • they will nazify

Future continuous

  • I will be nazifying
  • you will be nazifying
  • he|she|it will be nazifying
  • we will be nazifying
  • you will be nazifying
  • they will be nazifying

Future perfect

  • I will have nazified
  • you will have nazified
  • he|she|it will have nazified
  • we will have nazified
  • you will have nazified
  • they will have nazified

Future perfect continuous

  • I will have been nazifying
  • you will have been nazifying
  • he|she|it will have been nazifying
  • we will have been nazifying
  • you will have been nazifying
  • they will have been nazifying

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to nazify

Present participle

  • nazifying

Past participle

  • nazified

Perfect Participle

  • having nazified

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to nazify

Imperative

  • nazify
  • let's nazify
  • nazify

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: infamize interpose mothproof nationalise navigate near negate outsmart posturize repartition unseal