Conjugatie van het werkwoord merchant in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord merchant in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord merchant in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I merchant
  • you merchant
  • he|she|it merchants
  • we merchant
  • you merchant
  • they merchant

Present Continuous

  • I am merchanting
  • you are merchanting
  • he|she|it is merchanting
  • we are merchanting
  • you are merchanting
  • they are merchanting

Present Perfect

  • I have merchanted
  • you have merchanted
  • he|she|it has merchanted
  • we have merchanted
  • you have merchanted
  • they have merchanted

Present Perfect Continuous

  • I have been merchanting
  • you have been merchanting
  • he|she|it has been merchanting
  • we have been merchanting
  • you have been merchanting
  • they have been merchanting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord merchant in de verleden tijd

Simple past

  • I merchanted
  • you merchanted
  • he|she|it merchanted
  • we merchanted
  • you merchanted
  • they merchanted

Past continuous

  • I was merchanting
  • you were merchanting
  • he|she|it was merchanting
  • we were merchanting
  • you were merchanting
  • they were merchanting

Past perfect

  • I had merchanted
  • you had merchanted
  • he|she|it had merchanted
  • we had merchanted
  • you had merchanted
  • they had merchanted

Past perfect continuous

  • I had been merchanting
  • you had been merchanting
  • he|she|it had been merchanting
  • we had been merchanting
  • you had been merchanting
  • they had been merchanting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord merchant in de toekomstige tijd

Future

  • I will merchant
  • you will merchant
  • he|she|it will merchant
  • we will merchant
  • you will merchant
  • they will merchant

Future continuous

  • I will be merchanting
  • you will be merchanting
  • he|she|it will be merchanting
  • we will be merchanting
  • you will be merchanting
  • they will be merchanting

Future perfect

  • I will have merchanted
  • you will have merchanted
  • he|she|it will have merchanted
  • we will have merchanted
  • you will have merchanted
  • they will have merchanted

Future perfect continuous

  • I will have been merchanting
  • you will have been merchanting
  • he|she|it will have been merchanting
  • we will have been merchanting
  • you will have been merchanting
  • they will have been merchanting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to merchant

Present participle

  • merchanting

Past participle

  • merchanted

Perfect Participle

  • having merchanted

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to merchant

Imperative

  • merchant
  • let's merchant
  • merchant

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: hit ideate mantle mend merchandise mercurate metabolise muckrake peek ready transubstantiate