Conjugatie van het werkwoord manicure in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord manicure in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord manicure in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I manicure
  • you manicure
  • he|she|it manicures
  • we manicure
  • you manicure
  • they manicure

Present Continuous

  • I am manicuring
  • you are manicuring
  • he|she|it is manicuring
  • we are manicuring
  • you are manicuring
  • they are manicuring

Present Perfect

  • I have manicured
  • you have manicured
  • he|she|it has manicured
  • we have manicured
  • you have manicured
  • they have manicured

Present Perfect Continuous

  • I have been manicuring
  • you have been manicuring
  • he|she|it has been manicuring
  • we have been manicuring
  • you have been manicuring
  • they have been manicuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord manicure in de verleden tijd

Simple past

  • I manicured
  • you manicured
  • he|she|it manicured
  • we manicured
  • you manicured
  • they manicured

Past continuous

  • I was manicuring
  • you were manicuring
  • he|she|it was manicuring
  • we were manicuring
  • you were manicuring
  • they were manicuring

Past perfect

  • I had manicured
  • you had manicured
  • he|she|it had manicured
  • we had manicured
  • you had manicured
  • they had manicured

Past perfect continuous

  • I had been manicuring
  • you had been manicuring
  • he|she|it had been manicuring
  • we had been manicuring
  • you had been manicuring
  • they had been manicuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord manicure in de toekomstige tijd

Future

  • I will manicure
  • you will manicure
  • he|she|it will manicure
  • we will manicure
  • you will manicure
  • they will manicure

Future continuous

  • I will be manicuring
  • you will be manicuring
  • he|she|it will be manicuring
  • we will be manicuring
  • you will be manicuring
  • they will be manicuring

Future perfect

  • I will have manicured
  • you will have manicured
  • he|she|it will have manicured
  • we will have manicured
  • you will have manicured
  • they will have manicured

Future perfect continuous

  • I will have been manicuring
  • you will have been manicuring
  • he|she|it will have been manicuring
  • we will have been manicuring
  • you will have been manicuring
  • they will have been manicuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to manicure

Present participle

  • manicuring

Past participle

  • manicured

Perfect Participle

  • having manicured

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to manicure

Imperative

  • manicure
  • let's manicure
  • manicure

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: harvest hoop look manacle manhandle manifest mar misspend palpate raid toilet-train