Conjugatie van het werkwoord liven in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord liven in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord liven in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I liven
  • you liven
  • he|she|it livens
  • we liven
  • you liven
  • they liven

Present Continuous

  • I am livening
  • you are livening
  • he|she|it is livening
  • we are livening
  • you are livening
  • they are livening

Present Perfect

  • I have livened
  • you have livened
  • he|she|it has livened
  • we have livened
  • you have livened
  • they have livened

Present Perfect Continuous

  • I have been livening
  • you have been livening
  • he|she|it has been livening
  • we have been livening
  • you have been livening
  • they have been livening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord liven in de verleden tijd

Simple past

  • I livened
  • you livened
  • he|she|it livened
  • we livened
  • you livened
  • they livened

Past continuous

  • I was livening
  • you were livening
  • he|she|it was livening
  • we were livening
  • you were livening
  • they were livening

Past perfect

  • I had livened
  • you had livened
  • he|she|it had livened
  • we had livened
  • you had livened
  • they had livened

Past perfect continuous

  • I had been livening
  • you had been livening
  • he|she|it had been livening
  • we had been livening
  • you had been livening
  • they had been livening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord liven in de toekomstige tijd

Future

  • I will liven
  • you will liven
  • he|she|it will liven
  • we will liven
  • you will liven
  • they will liven

Future continuous

  • I will be livening
  • you will be livening
  • he|she|it will be livening
  • we will be livening
  • you will be livening
  • they will be livening

Future perfect

  • I will have livened
  • you will have livened
  • he|she|it will have livened
  • we will have livened
  • you will have livened
  • they will have livened

Future perfect continuous

  • I will have been livening
  • you will have been livening
  • he|she|it will have been livening
  • we will have been livening
  • you will have been livening
  • they will have been livening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to liven

Present participle

  • livening

Past participle

  • livened

Perfect Participle

  • having livened

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to liven

Imperative

  • liven
  • let's liven
  • liven

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: grout heart leash lithograph liveblog livestream localise metastasize overindulge pug territorialize