Conjugatie van het werkwoord immunize in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord immunize in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord immunize in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I immunize
  • you immunize
  • he|she|it immunizes
  • we immunize
  • you immunize
  • they immunize

Present Continuous

  • I am immunizing
  • you are immunizing
  • he|she|it is immunizing
  • we are immunizing
  • you are immunizing
  • they are immunizing

Present Perfect

  • I have immunized
  • you have immunized
  • he|she|it has immunized
  • we have immunized
  • you have immunized
  • they have immunized

Present Perfect Continuous

  • I have been immunizing
  • you have been immunizing
  • he|she|it has been immunizing
  • we have been immunizing
  • you have been immunizing
  • they have been immunizing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord immunize in de verleden tijd

Simple past

  • I immunized
  • you immunized
  • he|she|it immunized
  • we immunized
  • you immunized
  • they immunized

Past continuous

  • I was immunizing
  • you were immunizing
  • he|she|it was immunizing
  • we were immunizing
  • you were immunizing
  • they were immunizing

Past perfect

  • I had immunized
  • you had immunized
  • he|she|it had immunized
  • we had immunized
  • you had immunized
  • they had immunized

Past perfect continuous

  • I had been immunizing
  • you had been immunizing
  • he|she|it had been immunizing
  • we had been immunizing
  • you had been immunizing
  • they had been immunizing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord immunize in de toekomstige tijd

Future

  • I will immunize
  • you will immunize
  • he|she|it will immunize
  • we will immunize
  • you will immunize
  • they will immunize

Future continuous

  • I will be immunizing
  • you will be immunizing
  • he|she|it will be immunizing
  • we will be immunizing
  • you will be immunizing
  • they will be immunizing

Future perfect

  • I will have immunized
  • you will have immunized
  • he|she|it will have immunized
  • we will have immunized
  • you will have immunized
  • they will have immunized

Future perfect continuous

  • I will have been immunizing
  • you will have been immunizing
  • he|she|it will have been immunizing
  • we will have been immunizing
  • you will have been immunizing
  • they will have been immunizing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to immunize

Present participle

  • immunizing

Past participle

  • immunized

Perfect Participle

  • having immunized

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to immunize

Imperative

  • immunize
  • let's immunize
  • immunize

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: fan flagellate humanize immix immunise immure impeach interfuse marginalise overwinter sorn weatherize