Conjugatie van het werkwoord flight in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord flight in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord flight in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I flight
  • you flight
  • he|she|it flights
  • we flight
  • you flight
  • they flight

Present Continuous

  • I am flighting
  • you are flighting
  • he|she|it is flighting
  • we are flighting
  • you are flighting
  • they are flighting

Present Perfect

  • I have flighted
  • you have flighted
  • he|she|it has flighted
  • we have flighted
  • you have flighted
  • they have flighted

Present Perfect Continuous

  • I have been flighting
  • you have been flighting
  • he|she|it has been flighting
  • we have been flighting
  • you have been flighting
  • they have been flighting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord flight in de verleden tijd

Simple past

  • I flighted
  • you flighted
  • he|she|it flighted
  • we flighted
  • you flighted
  • they flighted

Past continuous

  • I was flighting
  • you were flighting
  • he|she|it was flighting
  • we were flighting
  • you were flighting
  • they were flighting

Past perfect

  • I had flighted
  • you had flighted
  • he|she|it had flighted
  • we had flighted
  • you had flighted
  • they had flighted

Past perfect continuous

  • I had been flighting
  • you had been flighting
  • he|she|it had been flighting
  • we had been flighting
  • you had been flighting
  • they had been flighting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord flight in de toekomstige tijd

Future

  • I will flight
  • you will flight
  • he|she|it will flight
  • we will flight
  • you will flight
  • they will flight

Future continuous

  • I will be flighting
  • you will be flighting
  • he|she|it will be flighting
  • we will be flighting
  • you will be flighting
  • they will be flighting

Future perfect

  • I will have flighted
  • you will have flighted
  • he|she|it will have flighted
  • we will have flighted
  • you will have flighted
  • they will have flighted

Future perfect continuous

  • I will have been flighting
  • you will have been flighting
  • he|she|it will have been flighting
  • we will have been flighting
  • you will have been flighting
  • they will have been flighting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to flight

Present participle

  • flighting

Past participle

  • flighted

Perfect Participle

  • having flighted

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to flight

Imperative

  • flight
  • let's flight
  • flight

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: diet disinhibit fife flense flicker flimflam flitch fulfill hunch listen restrict tally