Conjugatie van het werkwoord famish in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord famish in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord famish in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I famish
  • you famish
  • he|she|it famishes
  • we famish
  • you famish
  • they famish

Present Continuous

  • I am famishing
  • you are famishing
  • he|she|it is famishing
  • we are famishing
  • you are famishing
  • they are famishing

Present Perfect

  • I have famished
  • you have famished
  • he|she|it has famished
  • we have famished
  • you have famished
  • they have famished

Present Perfect Continuous

  • I have been famishing
  • you have been famishing
  • he|she|it has been famishing
  • we have been famishing
  • you have been famishing
  • they have been famishing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord famish in de verleden tijd

Simple past

  • I famished
  • you famished
  • he|she|it famished
  • we famished
  • you famished
  • they famished

Past continuous

  • I was famishing
  • you were famishing
  • he|she|it was famishing
  • we were famishing
  • you were famishing
  • they were famishing

Past perfect

  • I had famished
  • you had famished
  • he|she|it had famished
  • we had famished
  • you had famished
  • they had famished

Past perfect continuous

  • I had been famishing
  • you had been famishing
  • he|she|it had been famishing
  • we had been famishing
  • you had been famishing
  • they had been famishing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord famish in de toekomstige tijd

Future

  • I will famish
  • you will famish
  • he|she|it will famish
  • we will famish
  • you will famish
  • they will famish

Future continuous

  • I will be famishing
  • you will be famishing
  • he|she|it will be famishing
  • we will be famishing
  • you will be famishing
  • they will be famishing

Future perfect

  • I will have famished
  • you will have famished
  • he|she|it will have famished
  • we will have famished
  • you will have famished
  • they will have famished

Future perfect continuous

  • I will have been famishing
  • you will have been famishing
  • he|she|it will have been famishing
  • we will have been famishing
  • you will have been famishing
  • they will have been famishing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to famish

Present participle

  • famishing

Past participle

  • famished

Perfect Participle

  • having famished

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to famish

Imperative

  • famish
  • let's famish
  • famish

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: demote deuterate expand fallow familiarize fan farewell flute haw klap reinvent suffice