Conjugatie van het werkwoord divorce in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord divorce in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord divorce in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I divorce
  • you divorce
  • he|she|it divorces
  • we divorce
  • you divorce
  • they divorce

Present Continuous

  • I am divorcing
  • you are divorcing
  • he|she|it is divorcing
  • we are divorcing
  • you are divorcing
  • they are divorcing

Present Perfect

  • I have divorced
  • you have divorced
  • he|she|it has divorced
  • we have divorced
  • you have divorced
  • they have divorced

Present Perfect Continuous

  • I have been divorcing
  • you have been divorcing
  • he|she|it has been divorcing
  • we have been divorcing
  • you have been divorcing
  • they have been divorcing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord divorce in de verleden tijd

Simple past

  • I divorced
  • you divorced
  • he|she|it divorced
  • we divorced
  • you divorced
  • they divorced

Past continuous

  • I was divorcing
  • you were divorcing
  • he|she|it was divorcing
  • we were divorcing
  • you were divorcing
  • they were divorcing

Past perfect

  • I had divorced
  • you had divorced
  • he|she|it had divorced
  • we had divorced
  • you had divorced
  • they had divorced

Past perfect continuous

  • I had been divorcing
  • you had been divorcing
  • he|she|it had been divorcing
  • we had been divorcing
  • you had been divorcing
  • they had been divorcing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord divorce in de toekomstige tijd

Future

  • I will divorce
  • you will divorce
  • he|she|it will divorce
  • we will divorce
  • you will divorce
  • they will divorce

Future continuous

  • I will be divorcing
  • you will be divorcing
  • he|she|it will be divorcing
  • we will be divorcing
  • you will be divorcing
  • they will be divorcing

Future perfect

  • I will have divorced
  • you will have divorced
  • he|she|it will have divorced
  • we will have divorced
  • you will have divorced
  • they will have divorced

Future perfect continuous

  • I will have been divorcing
  • you will have been divorcing
  • he|she|it will have been divorcing
  • we will have been divorcing
  • you will have been divorcing
  • they will have been divorcing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to divorce

Present participle

  • divorcing

Past participle

  • divorced

Perfect Participle

  • having divorced

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to divorce

Imperative

  • divorce
  • let's divorce
  • divorce

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: conceal copolymerize dismiss diverge divinize divulgate document eliminate fleece homologate pre-digest sire