Conjugatie van het werkwoord decuple in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord decuple in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord decuple in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I decuple
  • you decuple
  • he|she|it decuples
  • we decuple
  • you decuple
  • they decuple

Present Continuous

  • I am decupling
  • you are decupling
  • he|she|it is decupling
  • we are decupling
  • you are decupling
  • they are decupling

Present Perfect

  • I have decupled
  • you have decupled
  • he|she|it has decupled
  • we have decupled
  • you have decupled
  • they have decupled

Present Perfect Continuous

  • I have been decupling
  • you have been decupling
  • he|she|it has been decupling
  • we have been decupling
  • you have been decupling
  • they have been decupling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord decuple in de verleden tijd

Simple past

  • I decupled
  • you decupled
  • he|she|it decupled
  • we decupled
  • you decupled
  • they decupled

Past continuous

  • I was decupling
  • you were decupling
  • he|she|it was decupling
  • we were decupling
  • you were decupling
  • they were decupling

Past perfect

  • I had decupled
  • you had decupled
  • he|she|it had decupled
  • we had decupled
  • you had decupled
  • they had decupled

Past perfect continuous

  • I had been decupling
  • you had been decupling
  • he|she|it had been decupling
  • we had been decupling
  • you had been decupling
  • they had been decupling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord decuple in de toekomstige tijd

Future

  • I will decuple
  • you will decuple
  • he|she|it will decuple
  • we will decuple
  • you will decuple
  • they will decuple

Future continuous

  • I will be decupling
  • you will be decupling
  • he|she|it will be decupling
  • we will be decupling
  • you will be decupling
  • they will be decupling

Future perfect

  • I will have decupled
  • you will have decupled
  • he|she|it will have decupled
  • we will have decupled
  • you will have decupled
  • they will have decupled

Future perfect continuous

  • I will have been decupling
  • you will have been decupling
  • he|she|it will have been decupling
  • we will have been decupling
  • you will have been decupling
  • they will have been decupling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to decuple

Present participle

  • decupling

Past participle

  • decupled

Perfect Participle

  • having decupled

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to decuple

Imperative

  • decuple
  • let's decuple
  • decuple

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: bus catalyse dawdle decrease decrypt decussate deep-fry desorb emblaze polish overexert riff