Conjugatie van het werkwoord christen in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord christen in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord christen in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I christen
  • you christen
  • he|she|it christens
  • we christen
  • you christen
  • they christen

Present Continuous

  • I am christening
  • you are christening
  • he|she|it is christening
  • we are christening
  • you are christening
  • they are christening

Present Perfect

  • I have christened
  • you have christened
  • he|she|it has christened
  • we have christened
  • you have christened
  • they have christened

Present Perfect Continuous

  • I have been christening
  • you have been christening
  • he|she|it has been christening
  • we have been christening
  • you have been christening
  • they have been christening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord christen in de verleden tijd

Simple past

  • I christened
  • you christened
  • he|she|it christened
  • we christened
  • you christened
  • they christened

Past continuous

  • I was christening
  • you were christening
  • he|she|it was christening
  • we were christening
  • you were christening
  • they were christening

Past perfect

  • I had christened
  • you had christened
  • he|she|it had christened
  • we had christened
  • you had christened
  • they had christened

Past perfect continuous

  • I had been christening
  • you had been christening
  • he|she|it had been christening
  • we had been christening
  • you had been christening
  • they had been christening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord christen in de toekomstige tijd

Future

  • I will christen
  • you will christen
  • he|she|it will christen
  • we will christen
  • you will christen
  • they will christen

Future continuous

  • I will be christening
  • you will be christening
  • he|she|it will be christening
  • we will be christening
  • you will be christening
  • they will be christening

Future perfect

  • I will have christened
  • you will have christened
  • he|she|it will have christened
  • we will have christened
  • you will have christened
  • they will have christened

Future perfect continuous

  • I will have been christening
  • you will have been christening
  • he|she|it will have been christening
  • we will have been christening
  • you will have been christening
  • they will have been christening

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to christen

Present participle

  • christening

Past participle

  • christened

Perfect Participle

  • having christened

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to christen

Imperative

  • christen
  • let's christen
  • christen

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: anaesthetize astrict chalk chondrify chorus christianize chump comparison-shop deflate eliminate loco programme