Conjugatie van het werkwoord change in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord change in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord change in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I change
  • you change
  • he|she|it changes
  • we change
  • you change
  • they change

Present Continuous

  • I am changing
  • you are changing
  • he|she|it is changing
  • we are changing
  • you are changing
  • they are changing

Present Perfect

  • I have changed
  • you have changed
  • he|she|it has changed
  • we have changed
  • you have changed
  • they have changed

Present Perfect Continuous

  • I have been changing
  • you have been changing
  • he|she|it has been changing
  • we have been changing
  • you have been changing
  • they have been changing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord change in de verleden tijd

Simple past

  • I changed
  • you changed
  • he|she|it changed
  • we changed
  • you changed
  • they changed

Past continuous

  • I was changing
  • you were changing
  • he|she|it was changing
  • we were changing
  • you were changing
  • they were changing

Past perfect

  • I had changed
  • you had changed
  • he|she|it had changed
  • we had changed
  • you had changed
  • they had changed

Past perfect continuous

  • I had been changing
  • you had been changing
  • he|she|it had been changing
  • we had been changing
  • you had been changing
  • they had been changing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord change in de toekomstige tijd

Future

  • I will change
  • you will change
  • he|she|it will change
  • we will change
  • you will change
  • they will change

Future continuous

  • I will be changing
  • you will be changing
  • he|she|it will be changing
  • we will be changing
  • you will be changing
  • they will be changing

Future perfect

  • I will have changed
  • you will have changed
  • he|she|it will have changed
  • we will have changed
  • you will have changed
  • they will have changed

Future perfect continuous

  • I will have been changing
  • you will have been changing
  • he|she|it will have been changing
  • we will have been changing
  • you will have been changing
  • they will have been changing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to change

Present participle

  • changing

Past participle

  • changed

Perfect Participle

  • having changed

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to change

Imperative

  • change
  • let's change
  • change

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: agist appear carpet-bomb challenge chandelle changeover char coerce decarburize dumbfound let prepay