Conjugatie van het werkwoord chair in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord chair in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord chair in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I chair
  • you chair
  • he|she|it chairs
  • we chair
  • you chair
  • they chair

Present Continuous

  • I am chairing
  • you are chairing
  • he|she|it is chairing
  • we are chairing
  • you are chairing
  • they are chairing

Present Perfect

  • I have chaired
  • you have chaired
  • he|she|it has chaired
  • we have chaired
  • you have chaired
  • they have chaired

Present Perfect Continuous

  • I have been chairing
  • you have been chairing
  • he|she|it has been chairing
  • we have been chairing
  • you have been chairing
  • they have been chairing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord chair in de verleden tijd

Simple past

  • I chaired
  • you chaired
  • he|she|it chaired
  • we chaired
  • you chaired
  • they chaired

Past continuous

  • I was chairing
  • you were chairing
  • he|she|it was chairing
  • we were chairing
  • you were chairing
  • they were chairing

Past perfect

  • I had chaired
  • you had chaired
  • he|she|it had chaired
  • we had chaired
  • you had chaired
  • they had chaired

Past perfect continuous

  • I had been chairing
  • you had been chairing
  • he|she|it had been chairing
  • we had been chairing
  • you had been chairing
  • they had been chairing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord chair in de toekomstige tijd

Future

  • I will chair
  • you will chair
  • he|she|it will chair
  • we will chair
  • you will chair
  • they will chair

Future continuous

  • I will be chairing
  • you will be chairing
  • he|she|it will be chairing
  • we will be chairing
  • you will be chairing
  • they will be chairing

Future perfect

  • I will have chaired
  • you will have chaired
  • he|she|it will have chaired
  • we will have chaired
  • you will have chaired
  • they will have chaired

Future perfect continuous

  • I will have been chairing
  • you will have been chairing
  • he|she|it will have been chairing
  • we will have been chairing
  • you will have been chairing
  • they will have been chairing

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to chair

Present participle

  • chairing

Past participle

  • chaired

Perfect Participle

  • having chaired

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to chair

Imperative

  • chair
  • let's chair
  • chair

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: age apologise cark chaffer chainsmoke chalk changeover cocker decaffeinate dub legitimise premeditate