Conjugatie van het werkwoord carol in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord carol in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord carol in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I carol
  • you carol
  • he|she|it carols
  • we carol
  • you carol
  • they carol

Present Continuous

  • I am carolling
  • you are carolling
  • he|she|it is carolling
  • we are carolling
  • you are carolling
  • they are carolling

Present Perfect

  • I have carolled
  • you have carolled
  • he|she|it has carolled
  • we have carolled
  • you have carolled
  • they have carolled

Present Perfect Continuous

  • I have been carolling
  • you have been carolling
  • he|she|it has been carolling
  • we have been carolling
  • you have been carolling
  • they have been carolling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord carol in de verleden tijd

Simple past

  • I carolled
  • you carolled
  • he|she|it carolled
  • we carolled
  • you carolled
  • they carolled

Past continuous

  • I was carolling
  • you were carolling
  • he|she|it was carolling
  • we were carolling
  • you were carolling
  • they were carolling

Past perfect

  • I had carolled
  • you had carolled
  • he|she|it had carolled
  • we had carolled
  • you had carolled
  • they had carolled

Past perfect continuous

  • I had been carolling
  • you had been carolling
  • he|she|it had been carolling
  • we had been carolling
  • you had been carolling
  • they had been carolling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord carol in de toekomstige tijd

Future

  • I will carol
  • you will carol
  • he|she|it will carol
  • we will carol
  • you will carol
  • they will carol

Future continuous

  • I will be carolling
  • you will be carolling
  • he|she|it will be carolling
  • we will be carolling
  • you will be carolling
  • they will be carolling

Future perfect

  • I will have carolled
  • you will have carolled
  • he|she|it will have carolled
  • we will have carolled
  • you will have carolled
  • they will have carolled

Future perfect continuous

  • I will have been carolling
  • you will have been carolling
  • he|she|it will have been carolling
  • we will have been carolling
  • you will have been carolling
  • they will have been carolling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to carol

Present participle

  • carolling

Past participle

  • carolled

Perfect Participle

  • having carolled

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to carol

Imperative

  • carol
  • let's carol
  • carol

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: accrete ally caddy caress carny carom cart clamp curd double-declutch label postil