Conjugatie van het werkwoord calender in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord calender in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord calender in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I calender
  • you calender
  • he|she|it calenders
  • we calender
  • you calender
  • they calender

Present Continuous

  • I am calendering
  • you are calendering
  • he|she|it is calendering
  • we are calendering
  • you are calendering
  • they are calendering

Present Perfect

  • I have calendered
  • you have calendered
  • he|she|it has calendered
  • we have calendered
  • you have calendered
  • they have calendered

Present Perfect Continuous

  • I have been calendering
  • you have been calendering
  • he|she|it has been calendering
  • we have been calendering
  • you have been calendering
  • they have been calendering

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord calender in de verleden tijd

Simple past

  • I calendered
  • you calendered
  • he|she|it calendered
  • we calendered
  • you calendered
  • they calendered

Past continuous

  • I was calendering
  • you were calendering
  • he|she|it was calendering
  • we were calendering
  • you were calendering
  • they were calendering

Past perfect

  • I had calendered
  • you had calendered
  • he|she|it had calendered
  • we had calendered
  • you had calendered
  • they had calendered

Past perfect continuous

  • I had been calendering
  • you had been calendering
  • he|she|it had been calendering
  • we had been calendering
  • you had been calendering
  • they had been calendering

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord calender in de toekomstige tijd

Future

  • I will calender
  • you will calender
  • he|she|it will calender
  • we will calender
  • you will calender
  • they will calender

Future continuous

  • I will be calendering
  • you will be calendering
  • he|she|it will be calendering
  • we will be calendering
  • you will be calendering
  • they will be calendering

Future perfect

  • I will have calendered
  • you will have calendered
  • he|she|it will have calendered
  • we will have calendered
  • you will have calendered
  • they will have calendered

Future perfect continuous

  • I will have been calendering
  • you will have been calendering
  • he|she|it will have been calendering
  • we will have been calendering
  • you will have been calendering
  • they will have been calendering

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to calender

Present participle

  • calendering

Past participle

  • calendered

Perfect Participle

  • having calendered

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to calender

Imperative

  • calender
  • let's calender
  • calender

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: advertize buffalo cagmag calendar calibrate calve chiack crisscross distaste juice plow