Conjugatie van het werkwoord cackle in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord cackle in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord cackle in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I cackle
  • you cackle
  • he|she|it cackles
  • we cackle
  • you cackle
  • they cackle

Present Continuous

  • I am cackling
  • you are cackling
  • he|she|it is cackling
  • we are cackling
  • you are cackling
  • they are cackling

Present Perfect

  • I have cackled
  • you have cackled
  • he|she|it has cackled
  • we have cackled
  • you have cackled
  • they have cackled

Present Perfect Continuous

  • I have been cackling
  • you have been cackling
  • he|she|it has been cackling
  • we have been cackling
  • you have been cackling
  • they have been cackling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord cackle in de verleden tijd

Simple past

  • I cackled
  • you cackled
  • he|she|it cackled
  • we cackled
  • you cackled
  • they cackled

Past continuous

  • I was cackling
  • you were cackling
  • he|she|it was cackling
  • we were cackling
  • you were cackling
  • they were cackling

Past perfect

  • I had cackled
  • you had cackled
  • he|she|it had cackled
  • we had cackled
  • you had cackled
  • they had cackled

Past perfect continuous

  • I had been cackling
  • you had been cackling
  • he|she|it had been cackling
  • we had been cackling
  • you had been cackling
  • they had been cackling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord cackle in de toekomstige tijd

Future

  • I will cackle
  • you will cackle
  • he|she|it will cackle
  • we will cackle
  • you will cackle
  • they will cackle

Future continuous

  • I will be cackling
  • you will be cackling
  • he|she|it will be cackling
  • we will be cackling
  • you will be cackling
  • they will be cackling

Future perfect

  • I will have cackled
  • you will have cackled
  • he|she|it will have cackled
  • we will have cackled
  • you will have cackled
  • they will have cackled

Future perfect continuous

  • I will have been cackling
  • you will have been cackling
  • he|she|it will have been cackling
  • we will have been cackling
  • you will have been cackling
  • they will have been cackling

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to cackle

Present participle

  • cackling

Past participle

  • cackled

Perfect Participle

  • having cackled

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to cackle

Imperative

  • cackle
  • let's cackle
  • cackle

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: adopt bubble buzz cachinnate caddie calculate cheep crib dissent journalize pleasure