Conjugatie van het werkwoord await in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord await in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord await in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I await
  • you await
  • he|she|it awaits
  • we await
  • you await
  • they await

Present Continuous

  • I am awaiting
  • you are awaiting
  • he|she|it is awaiting
  • we are awaiting
  • you are awaiting
  • they are awaiting

Present Perfect

  • I have awaited
  • you have awaited
  • he|she|it has awaited
  • we have awaited
  • you have awaited
  • they have awaited

Present Perfect Continuous

  • I have been awaiting
  • you have been awaiting
  • he|she|it has been awaiting
  • we have been awaiting
  • you have been awaiting
  • they have been awaiting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord await in de verleden tijd

Simple past

  • I awaited
  • you awaited
  • he|she|it awaited
  • we awaited
  • you awaited
  • they awaited

Past continuous

  • I was awaiting
  • you were awaiting
  • he|she|it was awaiting
  • we were awaiting
  • you were awaiting
  • they were awaiting

Past perfect

  • I had awaited
  • you had awaited
  • he|she|it had awaited
  • we had awaited
  • you had awaited
  • they had awaited

Past perfect continuous

  • I had been awaiting
  • you had been awaiting
  • he|she|it had been awaiting
  • we had been awaiting
  • you had been awaiting
  • they had been awaiting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord await in de toekomstige tijd

Future

  • I will await
  • you will await
  • he|she|it will await
  • we will await
  • you will await
  • they will await

Future continuous

  • I will be awaiting
  • you will be awaiting
  • he|she|it will be awaiting
  • we will be awaiting
  • you will be awaiting
  • they will be awaiting

Future perfect

  • I will have awaited
  • you will have awaited
  • he|she|it will have awaited
  • we will have awaited
  • you will have awaited
  • they will have awaited

Future perfect continuous

  • I will have been awaiting
  • you will have been awaiting
  • he|she|it will have been awaiting
  • we will have been awaiting
  • you will have been awaiting
  • they will have been awaiting

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to await

Present participle

  • awaiting

Past participle

  • awaited

Perfect Participle

  • having awaited

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to await

Imperative

  • await
  • let's await
  • await

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: arrogate aver avow awake baby betoken charge dawdle hive occidentalize