Conjugatie van het werkwoord armour in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord armour in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord armour in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I armour
  • you armour
  • he|she|it armours
  • we armour
  • you armour
  • they armour

Present Continuous

  • I am armouring
  • you are armouring
  • he|she|it is armouring
  • we are armouring
  • you are armouring
  • they are armouring

Present Perfect

  • I have armoured
  • you have armoured
  • he|she|it has armoured
  • we have armoured
  • you have armoured
  • they have armoured

Present Perfect Continuous

  • I have been armouring
  • you have been armouring
  • he|she|it has been armouring
  • we have been armouring
  • you have been armouring
  • they have been armouring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord armour in de verleden tijd

Simple past

  • I armoured
  • you armoured
  • he|she|it armoured
  • we armoured
  • you armoured
  • they armoured

Past continuous

  • I was armouring
  • you were armouring
  • he|she|it was armouring
  • we were armouring
  • you were armouring
  • they were armouring

Past perfect

  • I had armoured
  • you had armoured
  • he|she|it had armoured
  • we had armoured
  • you had armoured
  • they had armoured

Past perfect continuous

  • I had been armouring
  • you had been armouring
  • he|she|it had been armouring
  • we had been armouring
  • you had been armouring
  • they had been armouring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord armour in de toekomstige tijd

Future

  • I will armour
  • you will armour
  • he|she|it will armour
  • we will armour
  • you will armour
  • they will armour

Future continuous

  • I will be armouring
  • you will be armouring
  • he|she|it will be armouring
  • we will be armouring
  • you will be armouring
  • they will be armouring

Future perfect

  • I will have armoured
  • you will have armoured
  • he|she|it will have armoured
  • we will have armoured
  • you will have armoured
  • they will have armoured

Future perfect continuous

  • I will have been armouring
  • you will have been armouring
  • he|she|it will have been armouring
  • we will have been armouring
  • you will have been armouring
  • they will have been armouring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to armour

Present participle

  • armouring

Past participle

  • armoured

Perfect Participle

  • having armoured

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to armour

Imperative

  • armour
  • let's armour
  • armour

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: anele arch arm aromatize article beckon cascade crossstitch harvest need