Conjugatie van het werkwoord appraise in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord appraise in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord appraise in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I appraise
  • you appraise
  • he|she|it appraises
  • we appraise
  • you appraise
  • they appraise

Present Continuous

  • I am appraising
  • you are appraising
  • he|she|it is appraising
  • we are appraising
  • you are appraising
  • they are appraising

Present Perfect

  • I have appraised
  • you have appraised
  • he|she|it has appraised
  • we have appraised
  • you have appraised
  • they have appraised

Present Perfect Continuous

  • I have been appraising
  • you have been appraising
  • he|she|it has been appraising
  • we have been appraising
  • you have been appraising
  • they have been appraising

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord appraise in de verleden tijd

Simple past

  • I appraised
  • you appraised
  • he|she|it appraised
  • we appraised
  • you appraised
  • they appraised

Past continuous

  • I was appraising
  • you were appraising
  • he|she|it was appraising
  • we were appraising
  • you were appraising
  • they were appraising

Past perfect

  • I had appraised
  • you had appraised
  • he|she|it had appraised
  • we had appraised
  • you had appraised
  • they had appraised

Past perfect continuous

  • I had been appraising
  • you had been appraising
  • he|she|it had been appraising
  • we had been appraising
  • you had been appraising
  • they had been appraising

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord appraise in de toekomstige tijd

Future

  • I will appraise
  • you will appraise
  • he|she|it will appraise
  • we will appraise
  • you will appraise
  • they will appraise

Future continuous

  • I will be appraising
  • you will be appraising
  • he|she|it will be appraising
  • we will be appraising
  • you will be appraising
  • they will be appraising

Future perfect

  • I will have appraised
  • you will have appraised
  • he|she|it will have appraised
  • we will have appraised
  • you will have appraised
  • they will have appraised

Future perfect continuous

  • I will have been appraising
  • you will have been appraising
  • he|she|it will have been appraising
  • we will have been appraising
  • you will have been appraising
  • they will have been appraising

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to appraise

Present participle

  • appraising

Past participle

  • appraised

Perfect Participle

  • having appraised

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to appraise

Imperative

  • appraise
  • let's appraise
  • appraise

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: amend appertain appose appreciate approximate bathe careen cross-examine hanker napalm