Conjugatie van het werkwoord angulate in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord angulate in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord angulate in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I angulate
  • you angulate
  • he|she|it angulates
  • we angulate
  • you angulate
  • they angulate

Present Continuous

  • I am angulating
  • you are angulating
  • he|she|it is angulating
  • we are angulating
  • you are angulating
  • they are angulating

Present Perfect

  • I have angulated
  • you have angulated
  • he|she|it has angulated
  • we have angulated
  • you have angulated
  • they have angulated

Present Perfect Continuous

  • I have been angulating
  • you have been angulating
  • he|she|it has been angulating
  • we have been angulating
  • you have been angulating
  • they have been angulating

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord angulate in de verleden tijd

Simple past

  • I angulated
  • you angulated
  • he|she|it angulated
  • we angulated
  • you angulated
  • they angulated

Past continuous

  • I was angulating
  • you were angulating
  • he|she|it was angulating
  • we were angulating
  • you were angulating
  • they were angulating

Past perfect

  • I had angulated
  • you had angulated
  • he|she|it had angulated
  • we had angulated
  • you had angulated
  • they had angulated

Past perfect continuous

  • I had been angulating
  • you had been angulating
  • he|she|it had been angulating
  • we had been angulating
  • you had been angulating
  • they had been angulating

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord angulate in de toekomstige tijd

Future

  • I will angulate
  • you will angulate
  • he|she|it will angulate
  • we will angulate
  • you will angulate
  • they will angulate

Future continuous

  • I will be angulating
  • you will be angulating
  • he|she|it will be angulating
  • we will be angulating
  • you will be angulating
  • they will be angulating

Future perfect

  • I will have angulated
  • you will have angulated
  • he|she|it will have angulated
  • we will have angulated
  • you will have angulated
  • they will have angulated

Future perfect continuous

  • I will have been angulating
  • you will have been angulating
  • he|she|it will have been angulating
  • we will have been angulating
  • you will have been angulating
  • they will have been angulating

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to angulate

Present participle

  • angulating

Past participle

  • angulated

Perfect Participle

  • having angulated

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to angulate

Imperative

  • angulate
  • let's angulate
  • angulate

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: air-kiss anger anguish animadvert annoy balkanise campaign crap gusset mow