Conjugatie van het werkwoord adventure in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord adventure in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord adventure in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I adventure
  • you adventure
  • he|she|it adventures
  • we adventure
  • you adventure
  • they adventure

Present Continuous

  • I am adventuring
  • you are adventuring
  • he|she|it is adventuring
  • we are adventuring
  • you are adventuring
  • they are adventuring

Present Perfect

  • I have adventured
  • you have adventured
  • he|she|it has adventured
  • we have adventured
  • you have adventured
  • they have adventured

Present Perfect Continuous

  • I have been adventuring
  • you have been adventuring
  • he|she|it has been adventuring
  • we have been adventuring
  • you have been adventuring
  • they have been adventuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord adventure in de verleden tijd

Simple past

  • I adventured
  • you adventured
  • he|she|it adventured
  • we adventured
  • you adventured
  • they adventured

Past continuous

  • I was adventuring
  • you were adventuring
  • he|she|it was adventuring
  • we were adventuring
  • you were adventuring
  • they were adventuring

Past perfect

  • I had adventured
  • you had adventured
  • he|she|it had adventured
  • we had adventured
  • you had adventured
  • they had adventured

Past perfect continuous

  • I had been adventuring
  • you had been adventuring
  • he|she|it had been adventuring
  • we had been adventuring
  • you had been adventuring
  • they had been adventuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord adventure in de toekomstige tijd

Future

  • I will adventure
  • you will adventure
  • he|she|it will adventure
  • we will adventure
  • you will adventure
  • they will adventure

Future continuous

  • I will be adventuring
  • you will be adventuring
  • he|she|it will be adventuring
  • we will be adventuring
  • you will be adventuring
  • they will be adventuring

Future perfect

  • I will have adventured
  • you will have adventured
  • he|she|it will have adventured
  • we will have adventured
  • you will have adventured
  • they will have adventured

Future perfect continuous

  • I will have been adventuring
  • you will have been adventuring
  • he|she|it will have been adventuring
  • we will have been adventuring
  • you will have been adventuring
  • they will have been adventuring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to adventure

Present participle

  • adventuring

Past participle

  • adventured

Perfect Participle

  • having adventured

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to adventure

Imperative

  • adventure
  • let's adventure
  • adventure

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: absorb adorn advantage advert affiance artificialize brominate contrast globalize misdiagnose