Conjugatie van het werkwoord abhor in het Engels in alle tijden

Hier zijn de vervoegingstabellen voor het werkwoord abhor in het Engels.

Conjugatie van het werkwoord abhor in de tegenwoordige tijd

Present Tense

  • I abhor
  • you abhor
  • he|she|it abhors
  • we abhor
  • you abhor
  • they abhor

Present Continuous

  • I am abhorring
  • you are abhorring
  • he|she|it is abhorring
  • we are abhorring
  • you are abhorring
  • they are abhorring

Present Perfect

  • I have abhorred
  • you have abhorred
  • he|she|it has abhorred
  • we have abhorred
  • you have abhorred
  • they have abhorred

Present Perfect Continuous

  • I have been abhorring
  • you have been abhorring
  • he|she|it has been abhorring
  • we have been abhorring
  • you have been abhorring
  • they have been abhorring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Present drukt in het Engels gewoonte, frequentie, algemene waarheid en toestand uit. De Present Continuous drukt vooral het idee uit van een actie of activiteit die nog aan de gang is. De Present Perfect drukt begrippen uit die altijd betrekking hebben op het heden of het gevolg van een gebeurtenis. Tenslotte associeert de Present Perfect Continuous met het idee van activiteit dat van duur.

Conjugatie van het werkwoord abhor in de verleden tijd

Simple past

  • I abhorred
  • you abhorred
  • he|she|it abhorred
  • we abhorred
  • you abhorred
  • they abhorred

Past continuous

  • I was abhorring
  • you were abhorring
  • he|she|it was abhorring
  • we were abhorring
  • you were abhorring
  • they were abhorring

Past perfect

  • I had abhorred
  • you had abhorred
  • he|she|it had abhorred
  • we had abhorred
  • you had abhorred
  • they had abhorred

Past perfect continuous

  • I had been abhorring
  • you had been abhorring
  • he|she|it had been abhorring
  • we had been abhorring
  • you had been abhorring
  • they had been abhorring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Simple Past drukt voltooide handelingen uit die geen verband houden met het heden, gedateerde handelingen of gewoonten uit het verleden. Het wordt heel vaak gebruikt in het Engels. De Past Continuous (Simple Past + ING) daarentegen wordt gebruikt om te spreken over lopende acties in het verleden of een actie in het verleden die aan de gang is wanneer een andere actie plaatsvindt. De Past Perfect wordt gebruikt om aan te geven dat de actie plaatsvond vóór een andere actie in het verleden. Ten slotte wordt de Past Perfect Continuous gebruikt om te verwijzen naar een continue actie in het verleden die is voortgezet tot een andere actie in het verleden.

Conjugatie van het werkwoord abhor in de toekomstige tijd

Future

  • I will abhor
  • you will abhor
  • he|she|it will abhor
  • we will abhor
  • you will abhor
  • they will abhor

Future continuous

  • I will be abhorring
  • you will be abhorring
  • he|she|it will be abhorring
  • we will be abhorring
  • you will be abhorring
  • they will be abhorring

Future perfect

  • I will have abhorred
  • you will have abhorred
  • he|she|it will have abhorred
  • we will have abhorred
  • you will have abhorred
  • they will have abhorred

Future perfect continuous

  • I will have been abhorring
  • you will have been abhorring
  • he|she|it will have been abhorring
  • we will have been abhorring
  • you will have been abhorring
  • they will have been abhorring

Hoe gebruik je deze vervoegingen in het Engels? De Toekomst wordt gebruikt om te praten over feitelijke handelingen in de toekomst. De Toekomst Continue wordt gebruikt om te praten over dingen die in de toekomst zullen gebeuren. De Future Perfect is een vervoegingstijd die niet vaak wordt gebruikt in het Engels, deze vervoegingstijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige feitelijke handeling voorafgaand aan een andere. De Future Perfect Continuous ten slotte wordt zeer zelden gebruikt, deze tijd wordt gebruikt om te spreken over een toekomstige actie die aan de gang is en voorafgaat aan een andere.

De verschillende vormen van het deelwoord in het Engels, voor het werkwoord to abhor

Present participle

  • abhorring

Past participle

  • abhorred

Perfect Participle

  • having abhorred

De gebiedende wijs in het Engels, voor het werkwoord to abhor

Imperative

  • abhor
  • let's abhor
  • abhor

Vervoeg een ander werkwoord in het Engels

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken in het Engels: abase abet abide about-ship anaesthetise bonk concave gang-rape mediate